Momenteel zit ik in een verwarrende fase van het schrijven van mijn nieuwe boek. Tussen ‘het is bijna klaar’ en ‘wordt het ooit wat?’ De ene dag sluit ik mijn computer af met een blij gevoel dat het hoofdstuk dat ik net vervolmaakte nu echt wel behoorlijk goed en interessant is geworden. De volgende dag zie ik in datzelfde hoofdstuk weer alle dingen die er nog aan toegevoegd zouden kunnen worden en zie ik zelfs nog kromme zinnen. Het is verwarrend. Ik stelde mezelf de volgende vragen om die verwarring te onderzoeken.

Hoe wil je omgaan met zelfopgelegde deadlines?

Begin juli begon ik met schrijven, met een vaag idee dat het mooi zou zijn als ik rond september een heel eind gevorderd zou zijn. Dat gaf in die eerste schrijffase heel veel ruimte aan creativiteit. Hele stukken tekst die ik de ene dag schreef, gooide ik de volgende dag weer weg met behoud van mijn perceptie dat ik progressie aan het boeken was. Immers, iets weggooien dat je eerder schreef om er een betere gedachte voor in de plaats te schrijven, is wat mij betreft progressie. Ik was met volledige intrinsieke motivatie aan het schrijven. Ik vond het interessant en leuk.
Nu ik in de eindfase van het schrijven zit, heb ik met mezelf duidelijker afspraken gemaakt over wanneer het klaar moet zijn.  Opgelegde deadlines hebben een ondermijnend effect op de intrinsieke motivatie, als ze zonder duidelijke reden worden gecommuniceerd. De motivatie van de persoon wordt dan gecontroleerd en dat is een lage kwaliteit van motivatie. Maar deze ‘deadline’ wordt niet opgelegd door iemand anders, maar heb ik zelf gekozen.
Mijn goede reden om met mezelf dit soort afspraken te maken, tweeledig. Ten eerste helpt het me op een bepaald moment te accepteren dat het nooit een perfect boek zal worden. Streven naar perfectie leidt tot inertie. Ten tweede weet ik dat een streefdatum me helpt om te blijven focussen op de progressie die ik nog wil bereiken. Het onrustige en ook wel frustrerende gevoel dat gepaard gaat met die focus op wat nog niet goed genoeg is, heeft zin. Het boek wordt er beter van en het boek komt klaar.
Mijn zelfopgelegde deadline versterkt mijn autonome motivatie.  Ik vind het waardevol en belangrijk om het boek af te maken en sta er helemaal achter om er veel tijd en aandacht aan te besteden. Maar mijn eigenwaarde hangt niet af van dit boek. Dat zou gecontroleerde motivatie zijn, ik zou mezelf dan zo onder druk zetten dat ik daarmee de kwaliteit van mijn motivatie verlaag, leidend tot het nemen van de kortste (en niet kwalitatief de beste) weg naar het te bereiken doel.

Hoe wil ik omgaan met conflicterende doelen?

In de zomer waren er weinig trainingen en had ik dagen de tijd om me te verliezen in schrijven. Nu zijn de trainingen weer volop begonnen en dat is ontzettend leuk om te doen. Ik pendel weer heen en weer tussen de praktijk van teams en leidinggevenden en coaches die met lastige werksituaties te maken hebben, en de wetenschap en theorie die handvatten biedt hoe je progressie kunt boeken in die situaties. Dat levert weer veel nieuwe ideeen op om over te schrijven. Maar het leidt ook tot conflicterende doelen gedurende mijn werkdagen. Ik weet dat als ik me richt op de progressie die ik al heb geboekt met dit boek, de kans groot is dat het boek niet af gaat komen (zie ook hier en  hier) Daarom is het goed om me te richten op de te bereiken progressie. Het frustrerende gevoel dat je ‘s ochtends hebt wanneer je niet goed genoeg vindt waar je gisteren nog zo tevreden over was, is zinnig. Het helpt om je blik gericht te houden op het focusdoel: een interessant boek schrijven.

Hoe wil ik pendelen tussen reflecteren en doen?

Reflecteren op wat ik aan het schrijven ben en op het proces van schrijven is heel zinnig. Ik leer ervan en wat ik schrijf wordt er beter door. En ik weet dat deze fase van doen en leren eigenlijk veel leuker is dan het moment dat ik het boek in mijn handen zal hebben. Dit is de interessante fase, hier kom ik op allerlei manieren verder, hier leer ik nieuwe vaardigheden (zoals het werken met Indesign) en hier ontwikkel ik mentale representaties die me beter maken in mijn rol als trainer en coach en adviseur en schrijver en moeder en partner. Reflecteren is dan ook waardevol en dat is bijvoorbeeld wat ik nu met het schrijven van dit stukje aan het doen ben. Alleen maar reflecteren leidt echter tot navelstaren en de progressie die je ermee boekt blijft ontastbaar. Om tastbare progressie te boeken moet je blijven doen. In mijn geval, blijven schrijven aan het boek. Niet alleen maar schrijven, zonder te reflecteren en ook niet alleen maar reflecteren zonder te schrijven. Beide zijn nodig om progressie te boeken. Zodat ik uiteindelijk het moment bereik, dat het boek klaar is en gelezen kan worden door anderen.
In essentie schrijf ik dit boek om mensen te helpen progressie te boeken ten aanzien van wat ze interessant en belangrijk vinden, op een manier die grote kans van slagen heeft. Om dat te bereiken, moet het wel ter beschikking komen. Ik ga maar weer snel verder schrijven.