Zelfgekozen extrinsieke doelen, hoe kun je daar als progressiegerichte coach mee werken? Zelfgekozen doelen zijn immers autonoom gekozen doelen, dus dat zou goed moeten werken. Maar extrinsieke doelen werken juist niet zo goed omdat ze een gecontroleerde state of mind stimuleren. Is elk doel dat je cliënt zelf kiest goed? Of niet?

Zelfgekozen doelen

In progressiegerichte coachingsgesprekken helpt de coach de cliënt om helder te krijgen wat die laatste wil bereiken. Via de progressiegerichte vragen (zie ook hier) formuleert de cliënt zijn eigen gewenste situatie. Uit zelfdeterminatietheorie blijkt dat wanneer mensen hun doel zelf hebben gekozen, zij dit doel ook beter bereiken.

Zelf-condordante doelen

De zelfgekozen doelen kunnen zelf-concordante doelen zijn. Dat zijn doelen die in lijn liggen met je interesses, waarden en belangen. Het is veel waard als je je cliënt kunt helpen nastreven van zijn zelf-concordante doelen, omdat dit zijn welbevinden en zijn progressie zal versterken.

Extrinsieke doelen

Naast de term zelf-concordante doelen zijn de termen intrinsieke en extrinsieke doelen relevant. Extrinsieke doelen zijn doelen zoals veel geld verdienen, een grotere auto hebben dan je buurvrouw, een perfect uiterlijk hebben, een succesvol imago hebben et cetera. Het blijkt dat wanneer mensen extrinsieke doelen nastreven, dit niet zo goed werkt voor hun functioneren en hun welbevinden. Intrinsieke doelen zijn doelen zoals anderen helpen, jezelf ontwikkelen, een bijdrage leveren aan de samenleving et cetera. Het blijkt dat wanneer mensen intrinsieke doelen nastreven, dit een positieve uitwerking heeft op hun functioneren en hun welbevinden.

Psychologische basisbehoeften

De drie psychologische basisbehoeften (verbondenheid, autonomie en competentie) hebben een interessante relatie tot zelf-concordante doelen en intrinsieke/extrinsieke doelen. Wanneer je cliënt merkt dat zijn psychologische basisbehoeften worden vervuld, kiest hij eerder voor doelen die in lijn liggen met wat hij belangrijk, waardevol of interessant vindt. Daarnaast heeft hij dan eerder het gevoel dat de doelen die hem worden aangereikt zelf-concordant zijn. En het nastreven van intrinsieke doelen gaat samen met de vervulling van de psychologische basisbehoeften van je cliënt, terwijl het nastreven van extrinsieke doelen gepaard gaat het deprivatie of frustratie van de psychologische basisbehoeften.

Ik kies er zelf voor om de rijkste te willen worden

Een verwarrende situatie kan ontstaan wanneer je cliënt zelf kiest voor een extrinsiek doel en hij dit extrinsieke doel presenteert als een doel dat in lijn ligt met zijn waarden, belangen en interesses. Je cliënt zegt bijvoorbeeld dat hij er zelf voor kiest om de slankste, de rijkste, de beste, de mooiste, de slimste et cetera te willen worden. Progressiegerichte coaches kunnen hiervan in de war raken. Is het inhoudelijk een goed idee om een dergelijk doel te kiezen, wanneer je er zelf achter staat? En hoe kun je als progressiegerichte coach het beste reageren?

Onderliggende motief

Om te kunnen inschatten of het extrinsieke doel van bijvoorbeeld promotie maken of een hoger salaris gaan verdienen een goed effect zal gaan hebben op het welbevinden en functioneren van de cliënt, is het verstandig om progressiegericht door te vragen op het onderliggende motief. Wat is de reden, de rationale, voor het extrinsieke doel? Wil je cliënt met zijn hogere salaris zijn hulpbehoeftige ouders financieel gaan ondersteunen? Of wil je cliënt met zijn hogere functie meer en betere impact gaan krijgen op zijn klanten, medewerkers, organisatie? Of staat de promotie voor de cliënt symbool voor persoonlijke groei? Als dit soort onderliggende motieven spelen dan komt het doel in eerste instantie wel over als extrinsiek doel, maar ligt er toch een intrinsiek doel aan ten grondslag.

Competitie

Is het onderliggende motief echter extrinsiek van aard, dan kun je verwachten dat het nastreven van het extrinsieke doel niet goed zal uitpakken voor je cliënt. De buurman de loef af willen steken, de collega verslaan, zelf beter worden terwijl een ander er slechter van wordt, dat zijn onderliggende motieven die je cliënt wel kan hebben, maar die zijn welbevinden niet ten goede zullen komen. Waarschijnlijk ontstaan deze extrinsieke doelen en onderliggende motieven in een omgeving waarin de psychologische basisbehoeften van je cliënt niet vervuld worden.

Doorvragen

Om je cliënt te helpen zijn onderliggende motieven voor het kiezen van een bepaald doel te verkennen kun je dit soort progressiegerichte vragen stellen:

  • wat is het belang van het maken van promotie voor je?
  • wat zou het je opleveren wanneer je de slimste zou zijn?
  • wat zou het voordeel ervan zijn wanneer je de salarisverhoging zou hebben gekregen?
  • wat is de waarde ervan voor je wanneer je een betere beoordeling krijgt dan je collega?
  • wat zou het voor je mogelijk maken wanneer je tot senior zou zijn gepromoveerd?

Via dit soort vragen spring je over het middel (salarisverhoging) heen naar de gewenste situatie van de cliënt. De antwoorden die de cliënt geeft zijn informatie voor jullie allebei. Wellicht kom je er allebei achter dat er achter het extrinsieke doel juist een intrinsiek doel schuilt. Of wellicht komt de cliënt erachter dat het extrinsieke doel toch niet belangrijk en waardevol voor hem is, en hij eigenlijk liever een ander zelf-concordant doel kiest.

Positieve gedragsbeschrijvingen

Maar stel dat de onderliggende motieven van de cliënt extrinsiek zijn en blijven? ‘Ik wil een promotie want dan heb ik mijn collega verslagen en meer geld verdienen dan anderen is wat ik wil bereiken in mijn leven’. Nu kun je als progressiegericht coachen kiezen om hiermee te werken, het doel te zien als ‘in-progress’, als werkhypothese. In dat geval vraag je gewoon door met behulp van de CPW-zeven stappen aanpak en dan kom je via die zeven stappen vanzelf op positieve gedragsbeschrijvingen van de cliënt die hem helpen om die promotie te maken of die salarisverhoging te verwerven. Wanneer is het je al eens gelukt om een promotie te verwerven en hoe kreeg je dat toen voor elkaar? Het kan goed zijn dat je cliënt nu antwoord gaat geven in termen van ontwikkeling, groei, beter functioneren, iets leren. ‘Het lukte me die promotie te krijgen omdat ik erin was geslaagd om betere klantrelaties op te bouwen en te onderhouden waardoor mijn omzet toe was genomen’.

Rol switch

Tenslotte kan het natuurlijk zo zijn dat je als progressiegerichte coach niet uit de voeten blijft kunnen met het doel, noch met de manier waarop de cliënt het doel wil gaan bereiken. Als de cliënt bijvoorbeeld het doel heeft om zijn collega eruit te werken en een eerder succes heeft bereikt door valse informatie te geven aan de leidinggevende waardoor die de betreffende medewerker heeft ontslagen, dan kun je als progressiegerichte coach ervoor kiezen om uit je helpende rol te stappen en over te stappen op een andere rol. De rol van adviseur bijvoorbeeld of de sturende rol. Bij sturen geef je aan binnen welke kaders en verwachtingen je dit coachingsgesprek voert. Bij de adviserende rol geef je uitleg (na mandaat te hebben gevraagd) over de relatie tussen welbevinden en doelformuleringen.