In Nature is op 7 augustus 2019 een artikel verschenen waarin verslag wordt gedaan van een nationaal groeimindsetexperiment in de USA. Dit nationaal experiment laat zien waar een groeimindset leidt tot betere prestaties. Het onderzoek is onder leiding van David Yeager uitgevoerd door een onderzoeksteam van invloedrijke psychologen zoals Carol Dweck en David Paunesku.

Waar groeimindset leidt tot betere prestaties

Er was de afgelopen jaren veel te doen om de groeimindsettheorie. Er werden namelijk in diverse onderzoeken heel verschillende effecten gevonden van groeimindsetinterventies op scholen (zie bijvoorbeeld hier en hier). En daarbij was ook een verschil te zien tussen de onderzoeken die werden gedaan in de vorige eeuw, in laboratorium settings, en de onderzoeken die in deze eeuw werden gedaan, in scholen zelf. In dit artikel reflecteren Yeager en Dweck bijvoorbeeld op groeimindsetonderzoek in twee tijdperken. Het huidige onderzoeksteam wilde in een representatieve nationale steekproef van scholen in de USA onderzoeken waar een eenvoudige groeimindsetinterventie effect had op prestaties en leerhouding. De steekproef bestond uit leerlingen van 14-15 jaar, omdat juist deze groep in een cruciale schoolfase zit. De stof wordt moeilijker en de context onpersoonlijker en hoe de leerling zich ontwikkelt in deze fase heeft op langere termijn effecten.

Opzet

Het onderzoek bestond uit een groeimindsetinterventie en een meting van zowel formele als informele resources op de school. Onder formele resources wordt verstaan een hoge kwaliteit van het curriculum en de kwaliteit van de instructie die op de school aanwezig is (hoe goed presteert de school). Onder informele resources wordt verstaan de normen onder peers ten aanzien van het aangaan van leeruitdagingen (hoe denkt de peer group over leren). De onderzoekers vermoedden dat de kwaliteit van het onderwijs op de school invloed zou hebben op het effect van een groeimindsetinterventie, en dat hetzelfde zou gelden voor de normen van de peer group. Daarnaast verwachtten de onderzoekers sterkere positieve effecten voor slecht presterende leerlingen, omdat juist wanneer leerlingen het moeilijk hebben hun interpretatie van waarom ze slecht presteren relevant is (ben ik te dom?). De analyse-aanpak van de resultaten was vooraf geregistreerd en daarnaast werd een Blinded Bayesian Analyse gedaan.

Fig. 1 | Design of the National Study of Learning Mindsets.

De online groeimindset interventie

In het onderzoek waren twee momenten waarop de experimentele groep de interventie onderging. Die momenten duurden elk nog geen half uur en werden online uitgevoerd. Er was dus geen sprake van een training aan docenten of een workshop voor leerlingen zelf, de interventie was uitsluitend online. De groeimindsetinterventie is gratis beschikbaar voor scholen. In de online groeimindset interventie beantwoordden leerlingen vragen waarmee hun eigen mindset werd gemeten. Ze kregen informatie over de ontwikkelbaarheid van intelligentie en de werking van het brein en ze werden in de rol van mentor van een startende leerling geplaatst. Daarnaast werd de groeimindset persoonlijk relevant gemaakt, door de leerling te laten reflecteren op wat hij zelf belangrijk vond in zijn leven. Zie ook hier voor eerder onderzoek van Paunesku.

Groeimindset opgewekt

De groeimindsetinterventie bleek inderdaad voor alle leerlingen te leiden tot het adopteren van meer groeimindsetovertuigingen. Dit betekent dat de interventie werkt wanneer je een groeimindset wilt opwekken bij een leerling. Er was daarbij geen verschil te zien tussen leerlingen die beter of slechter presteerden op school.

Hogere GPA onder slechter presterende leerlingen

Aan het einde van het schooljaar werd er een hoger grade-point-average gevonden onder de slechter presterende leerlingen die de groeimindsetinterventie hadden ondergaan in vergelijking tot de leerlingen die in de controle groep zaten. Dit verschil betekent een relatieve risico-reductie van 11% om hun diploma niet te halen en een absolute risico-reductie van 41%-46%.

Hogere cijfers voor wiskunde en science

De leerlingen die de groeimindsetinterventie hadden ondergaan scoorden significant hoger op wiskunde en science dan de leerlingen in de controlegroep, aan het einde van het schooljaar. Dit is relevant omdat wiskunde en science worden gezien als vakken waar je al dan geen talent voor hebt. Dit onderzoek laat dus zien dat een groeimindsetinterventie van amper een uur een positief effect heeft op wiskundeprestaties en scienceprestaties.

Invloed van schoolkenmerken

Goed presterende scholen met een hoge kwaliteit van onderwijs (qua curriculum en instructie) bleken minder baat te hebben bij de groeimindsetinterventie dan scholen die lager presteerden. Leerlingen die slechter presteerden en op een school zaten die een hoge kwaliteit van onderwijs bood profiteerden minder van de groeimindsetinterventie dan slechter presterende leerlingen die op een school zaten die een lagere kwaliteit van onderwijs bood. Slecht presterende leerlingen op slecht presterende of gemiddeld presterende scholen profiteerden in gelijke mate van de groeimindsetinterventie en lieten een duurzame interesse om te leren zien.

Invloed van peer normen

Zou de norm ten aanzien van het aangaan van leeruitdagingen die heerst in de peer group invloed hebben op het effect van de groeimindsetinterventie bij slechtpresterende leerlingen? Oftewel, als een slecht presterende leerling de groeimindsetinterventie ondergaat, maar zijn medeleerlingen het aangaan van uitdagende leersituaties niet ‘cool’ vindt, heeft dit dan een ondermijnend effect voor die leerling? En andersom, als de medeleerlingen het juist wel goed vinden om moeilijke stof te leren en uitdagingen aan te gaan, zou dit dan de effecten van de groeimindsetinterventie versterken bij slecht presterende leerlingen? Dit bleek inderdaad het geval te zijn. De norm die geldt onder medeleerlingen heeft een effect. Er was een groter verschil in grade-point-average en cijfers voor wiskunde en science bij leerlingen die de groeimindsetinterventie hadden ondergaan in een omgeving waarin medeleerlingen leeruitdagingen aangaan onderschrijven in vergelijking tot slechtpresterende leerlingen in een omgeving waar medeleerlingen leeruitdagingen aangaan niet onderschreven.

Schoolprestaties en schoolnormen

Wanneer zowel de formele als de informele resources in ogenschouw worden genomen ontstaat het volgende beeld. Slechtpresterende leerlingen in scholen die slecht of gemiddeld presteren, maar waarin er in een behoorlijke mate aan peer group norm heerst dat het aangaan van leeruitdagingen iets goeds is, scoren aan het einde van het schooljaar 0.14 punt hoger op hun grade-point-average (en in diezelfde scholen waarin er in hoge mate die peer group norm heerst scoren deze leerlingen 0.18 punt hoger).

Kiezen voor uitdagende wiskunde

Tenslotte bleek dat voor leerlingen na de groeimindsetinterventie significant vaker kozen voor een moeilijker wiskundeniveau in de volgende klas (algebra 2 of hoger). Dit effect was nog sterker op goed presterende scholen dan op gemiddeld en slecht presterende scholen, maar in alle scholen en bij alle leerlingen was dit effect er. Als de onderzoekers alleen hadden gekeken naar cijfers was dit onderzoeksresultaat onbekend gebleven.

Waar groeimindset leidt tot betere prestaties

Dit grootschalige onderzoek laat niet alleen zien waar een groeimindset leidt tot betere prestaties, het biedt ook een praktische, gratis, eenvoudige en effectieve tool in handen voor scholen om voor risicovolle leerlingen een verschil te maken. Een verschil dat juist op deze leeftijd een groot effect kan hebben op hun verdere schoolontwikkeling en leven. Daarnaast blijkt de eenvoudige interventie ook voor leerlingen ongeacht hun huidige prestatieniveau een stimulerend effect te hebben op het kiezen voor moeilijker wiskundestof.