Voorspellers van motivatieprofielen. In het onderzoek van Tóth‑Király et al (2022) werd gekeken naar de factoren die voorspellen welk motivatieprofiel een leerling had. De vijf motivatieprofielen die er onder meer dan 1000 middelbare scholieren te zien waren kun je hier vinden. Twee factoren waarvan de onderzoekers verwachtten dat die voorspellers waren van het type motivatieprofiel waren de mindset van de leerling en de ouderlijke betrokkenheid bij de leerling.

Mindset

De mindset van de leerling werd in kaart gebracht conform de vragenlijsten die in het mindset onderzoek daarvoor gebruikelijk zijn. Zo werd duidelijk wat de leerling geloofde ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van intelligentie en wiskunde-prestaties. In een statische mindset gelooft de leerling dat intelligentie een gegeven is, en dus onontwikkelbaar is en dat je wiskundeprestaties afhankelijk zijn en begrensd worden door je aanleg ervoor. Je hebt een wiskundeknobbel of je hebt die niet. In een groeimindset gelooft de leerling dat iedereen, ongeacht hoe die nu presteert, met effectieve inspanning en hulp beter kan worden (intelligenter kan worden, beter kan worden in wiskunde).

Statische mindset en a-motivatie

Het bleek dat het onderschrijven van statische mindset overtuigingen een voorspeller was voor het hebben van een a-motivatieprofiel. Leerlingen met een statische mindset waren dus vooral te vinden onder de groep leerlingen die geen motivatie had voor school. Zij geloven immers niet in het nut van het leveren van inspanning en zijn meer bezig met hun ego te beschermen dan met leren en groeien. Daardoor spannen ze zich minder en minder effectief in, waardoor ze zich gaan distantiëren van school. School wordt door leerlingen met een statische mindset vaak als nutteloos ervaren.

Ouderlijke betrokkenheid

De ouderlijke betrokkenheid was de tweede voorspeller die de onderzoekers bekeken. Ouderlijke betrokkenheid werd gedefinieerd als ouderlijke zorg, autonomie-ondersteuning en overbezorgdheid van ouders (controlling gedrag). Deze factoren spelen volgens de onderzoekers een nog grotere rol in het motivatieprofiel van de leerling dan de mindset van de leerling.

Er boven op

Leerlingen van ouders die er bovenop zitten hebben vaker een hoog-motivatieprofiel. Deze ouders wekken bijvoorbeeld schaamte op bij hun kind wanneer hun kind niet hard genoeg werkt of niet goed presteert, ze ontzeggen hun kind dan liefde en ze wuiven de gevoelens van hun kind weg en wijzen die af. Vooral gecontroleerde motivatie scoort hoog bij deze leerlingen. Ze werken voor school vanwege de druk die ze voelen, eerst van hun ouders en later internaliseren ze die druk en zetten ze zichzelf onder druk. Deze leerlingen ontwikkelen geen zelf-gedetermineerd motivatieprofiel omdat ze de waarde, het belang van leren niet volledig internaliseren. Ook een laag motivatieprofiel komt vaker voor wanneer ouders er boven op zitten. Ouders die controlling omgaan met hun kind stimuleren meer a-motivatie bij hun kind.

Gevolgen motivatieprofielen

De onderzoekers keken ook naar de gevolgen van de diverse motivatieprofielen. Hier kun je meer lezen over de motivatieprofielen die ze vonden en hier kun je meer lezen over de gevolgen van de motivatieprofielen (schoolprestaties, betrokkenheid bij school, tevredenheid met het leven e.d.) Meer lezen over de wetenschap van de gemotiveerde mens kan hier.