Hier en hier schrijf ik iets over kleine sociaal psychologische interventies met verbluffende lange termijn effecten. Bij antipestprogramma’s zou het wel eens kunnen zijn dat er iets tegengestelds gaande is: schoolbrede interventies die het pesten onder adolescenten juist verergeren. Dit artikel gaat hier op in.
Meta-analyse
Yeager et al deden een meta analyse naar antipest programma’s bij oudere adolescenten. Wat er nu veel gebeurt is dat antipestprogramma’s die goed werken op lagere scholen in een beetje aangepaste vorm worden ingezet op middelbare scholen. Maar daar werken ze niet en hebben ze zelfs geen of een negatief effect. Walton heeft het over wijze interventies, en dat zijn interventies met een stevige theoretische onderbouwing en op minutieus niveau context specifiek. Ze sluiten dus precies aan op de psychologische processen die er in die context gaande zijn.
Niet goed afgestemd
Bij de antipest programma’s die effectief zijn op lagere scholen en is dat wellicht het probleem. Ze zijn niet afgestemd op de specifieke psychologische processen die bij adolescenten spelen. Bij adolescenten is sprake van een andere vorm van pesten dan bij lagere school kinderen (van direct pestgedrag zoals beledigen en slaan naar indirect pestgedrag zoals buitensluiten of roddels verspreiden). Er zijn andere oorzaken die ten grondslag liggen aan het pestgedrag bij adolescenten (het zijn vaak juist de redelijk populaire maar niet populairste adolescenten die pestgedrag vertonen), hun motieven om te pesten zijn anders dan bij lagere school kinderen en het pesten heeft vaak een relatie met seks, seksualiteit, ras, etniciteit. Tenslotte is de manier waarop de boodschap op lagere scholen (door een volwassene die uitlegt dat pesten slecht) wellicht effectief, maar op middelbare scholen vaak juist niet. Adolescenten zijn heel gevoelig voor bedreigingen van hun autonomie. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom autoritaire taal bij adolescenten juist het tegenovergestelde veroorzaakt van wat volwassenen willen.
Intensiever pesten
En zo blijkt uit de metaanalyse van Yeager et al dat in vele middelbare scholen waar een schoolbreed antipest programma dat werd geleid door docenten leidde tot intensiever pesten. Een wijze interventie heeft een gedegen theoretische onderbouwing en is precies afgestemd op de psychologische processen die gaande zijn bij de targetgroep. Hoe kunnen antipestprogramma’s voor adolescenten verbeterd worden tot wijze sociaal-psychologische interventies?