Mensen kunnen soms onhandige dingen zeggen. Dat gebeurt in de vorm van een verdachtmaking, alsof de ander slechte bedoelingen heeft: “Jij bent hier alleen maar om geld te verdienen”, “Jij bent helemaal niet betrokken bij onze doelgroep”, “Jij bent alleen maar uit op je eigen gewin”. Of in de vorm van een aanname, zoals het volgende voorbeeld. Een paar dagen geleden zei een mannelijke adjunctdirecteur tegen me: ”Onze directeur is een vrouw en altijd als wij samen in gesprek zijn dan gaan mensen er automatisch vanuit dat ik de directeur ben en zij mijn assistent, dat beeld zit blijkbaar sterk verankerd in ons brein.” Zowel mannen als vrouwen hoor ik wel eens verzuchten dat zij last hebben van dit soort stereotype beelden. De adjunctdirecteur in het bovenstaande voorbeeld vond het net zo min prettig als de vrouwelijke directeur. Natuurlijk gelden dit soort aannames en stereotypes op velerlei gebied. We zien iemand met een bepaalde huidskleur en we hebben direct (vaak onbewust) een heel plaatje beschikbaar vol aannames en oordelen.
Dit soort uitingen kunnen je inwendig boos maken. Wat kun je doen in reactie op een dergelijke uiting, als je kiest voor progressie in de interactie in plaats van voor vechten?
Hier zijn een paar tips:
1. Ga ervan uit dat de persoon die de opmerking maakt een goede intentie heeft. Geef jezelf de opdracht op zoek te gaan naar die goede intentie. Zeg bijvoorbeeld: ”Dat zeg je vast niet zomaar…wat is er belangrijk voor jou?” Door zo constructief te reageren op de uiting van de ander nodig je de ander uit om ook constructief te reageren. En voor je het weet begrijp je echt beter waarom diegene zei wat hij zei en komt er begrip in plaats van je boosheid.
2. Wees op een vriendelijke manier duidelijk over je bedoeling en over wat de feitelijke situatie is. Zeg bijvoorbeeld: of “Je vermoedt dat ik alleen hier ben om geld op te strijken. Als dat de situatie zou zijn, dan kan ik me voorstellen dat je dit nu zo zegt. Dat is echter niet het geval. Wat mijn bedoeling wel is, is…..”
3. Wees duidelijk over je grenzen en over wat je wel wilt. Zeg bijvoorbeeld: ”Ik zou het liefst willen dat je bij deze bespreking aanwezig blijft, daarvoor is het noodzakelijk dat je je constructief uit ten opzichte van anderen. Welke mogelijkheden zie je daartoe?” of ”Ik wil graag op een goede manier met je over dit onderwerp verder praten, daarvoor is het nodig dat ik goed begrijp wat je bedoelt. Wil je me eens uitleggen hoe jij de situatie ziet?”
4. Wees mild. Iedereen zegt wel eens iets onhandigs. Stap erover heen en laat het los. Het kan goed zijn dat de persoon zich schaamt en blij is om zonder gezichtsverlies door te kunnen met het gesprek