Onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie laat zien dat het type motivatie van een medewerker en diens innerlijke werkbeleving gerelateerd zijn aan elkaar.

Gemotiveerd aan het werk

Medewerkers die autonoom gemotiveerd zijn voor hun werk hebben een positievere werkbeleving, werken beter samen, zijn meer betrokken, leveren betere kwaliteit en zijn creatiever in het oplossen van problemen.

Levenskwaliteit na pensioen

Nog vrij weinig onderzoek richt zich op de effecten van de kwaliteit van motivatie op de levenskwaliteit van pre-gepensioneerden en gepensioneerden.

Motivatie en levenskwaliteit

Het onderzoek van Henning et al richtte zich op de vraag wat de rol is van motivatie aan het einde van het werkzame leven Op het kunnen wennen aan het leven nadat de persoon met pensioen is gegaan. Hoe passen gepensioneerden zich aan wanneer ze hoge of juist lage kwaliteit van motivatie voor hun werk hadden in de periode voorafgaand aan hun pensioen?

Psychologische basisbehoeften

De onderzoekers bestudeerden in een longitudinaal onderzoek de satisfactie van de drie psychologische basisbehoeften (autonomie, competentie en verbondenheid) en de relatie tussen type motivatie, gedeeltelijke of gehele pensionering en satisfactie van psychologische basisbehoeften.

Intrinsieke motivatie

Lage intrinsieke motivatie voor het werk was geassocieerd met een toename in de vervulling van de basisbehoefte aan autonomie onder volledig gepensioneerden.

Hoge intrinsieke motivatie voor het werk was geassocieerd met een toename in de vervulling van de basisbehoefte aan verbondenheid bij de mensen die deels met pensioen gingen en deels bleven werken.

A-motivatie en verbondenheid

A-motivatie was geassocieerd met een toename in de vervulling van de basisbehoefte aan verbondenheid bij degenen die deels met pensioen gingen en deels bleven werken. Vooral die laatste bevinding is verrassend en vergt meer onderzoek.