Mindset en zelfgestuurd leren. Hertel et al (2024) deden onderzoek naar het effect van iemands overtuigingen over het belang van zelfgestuurd leren en diens overtuigingen over de ontwikkelbaarheid van capaciteiten op leren, presteren en welbevinden van die persoon.
Misverstanden over progressiegericht werken. Na afloop van een eerste trainingssessie afgelopen week kwam een leidinggevende naar ons toe en zei: ‘Ik dacht dat deze training zwaar en zweverig zou worden, maar het is super concreet en praktisch!’ Daarom in deze bijdrage een paar veelvoorkomende misverstanden over progressiegericht werken.
Positieve effecten van job hopping. Er is steeds meer onderzoek dat laat zien dat wanneer je van baan verandert, er eerst een soort huwelijksreisfase is, gevolgd door een katerfase. In het begin voel je je super over je nieuwe baan, maar die blijheid zakt na een tijdje weer naar je oude normaal. Dit idee past bij wat ze de setpunttheorie noemen, die zegt dat je basisgevoel van geluk vrij stabiel blijft door je leven heen. Ook al gebeurt er iets leuks, uiteindelijk wen je eraan en voel je je weer zoals eerst. Zhou et al (2024) onderzochten deze effecten wanneer er sprake is van een proces van meerdere baanwisselingen.
We beïnvloeden alles, hoewel we niets kunnen controleren. Brian Klaas beschrijft in zijn boek Fluke hoe ieder van ons niet beheerst en controleert wat er in ons leven en dat van anderen gebeurt, maar dat we tegelijkertijd voortdurend alles wat er gebeurt beïnvloeden. Klaas stelt dat kleine variaties worden gezien als ruis (noise) en worden gefilterd om het echte patroon en signaal te kunnen ontdekken, terwijl ruis wel eens het meest invloedrijk zou kunnen zijn in hoe de dingen in de wereld zich ontwikkelen.
Instructie en motivatie. Om een hoge kwaliteit van motivatie mogelijk te maken is zowel autonomie-ondersteuning als het bieden van structuur nodig. Autonomie-ondersteuning betekent dan ook niet ‘doe maar waar je zin in hebt’, maar betekent dat je de ander ondersteunt in zijn ervaring dat zijn gedrag voortkomt vanuit hemzelf. Dat hij geen marionet is die wordt aangestuurd door krachten van buitenaf, maar dat hij zelf aan het roer staat van wat hij doet. Om die ervaring te kunnen hebben is juist de aanwezigheid van sturing en structuur gewenst. Want dan pas kun je betekenisvolle keuzes maken en dan pas kun je betekenisvolle progressie boeken; je weet dan immers wat je probeert te bereiken en waar je energie voor actie zich op kan richten.
Jij maakt mij niet gelukkig, zei een medewerker tegen zijn nieuwe leidinggevende. Deze leidinggevende was drie maanden geleden gestart op de afdeling, in een organisatie waar men werkgeluk hoog in het vaandel had staan. Het management had de nieuwe leidinggevende dan ook uitgelegd dat het allerbelangrijkste was dat diens teamleden zich ondersteund, gehoord en veilig voelden. Maar wat de leidinggevende aantrof verwarde hem.
Hoe harder je drukt, hoe erger het wordt. Dat er zoiets bestaat als intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie is de meeste mensen wel bekend. Intrinsieke motivatie betekent dat iemand met een activiteit aan de slag gaat omdat de activiteit hem interesseert en hij die leuk vindt om te doen. Extrinsieke motivatie betekent dat iemand met een activiteit aan de slag omdat hij zich onder druk gezet voelt om het te doen, denkt men. Veel mensen denken ook dat de enige manier om iemand iets te laten doen wat die niet leuk vindt is om die persoon te dwingen en onder druk te zetten. De redenering is dan dat intrinsieke motivatie natuurlijk mooi is, maar dat extrinsieke motivatie via dwang noodzakelijk is.
Naast de vraag ‘wat heb jij nodig?’ stellen deelnemers tijdens de deliberate practice oefeningen in onze trainingen ook vaak de vraag ‘wat doet dat met jou?’ Hier kun je overwegingen lezen bij de ‘wat heb je nodig-vraag’. In dit stukje neem ik de ‘wat doet dat met jou-vraag’ onder de loep.
Alleen maar niet eenzaam. Adams en Weinstein onderzochten het welbevinden en de psychologische basisbehoeften-vervulling wanneer mensen met anderen samen zijn versus wanneer mensen alleen zijn. Ze vroegen zich af of er een verschil is in de ervaring van competentie, autonomie en verbondenheid als mensen bij anderen zijn versus wanneer mensen alleen zijn. Daarnaast keken ze naar de relatie tussen de psychologische basisbehoeftenvervulling in sociale context en bij alleen zijn en dagelijks welbevinden en naar de interactie-effecten tussen psychologische basisbehoeftenvervulling in sociale context en bij alleen zijn.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.