Intrinsieke motivatie refereert aan activiteiten die gedaan worden vanwege de inherente satisfactie tijdens het doen van de activiteit. Het zijn activiteiten die je doet vanuit interesse, je bent nieuwsgierig, je ervaart iets verrassends en nieuws. Doordat menselijke organismen via het evolutionaire proces geprikkeld zijn om actief invloed te hebben op hun omgeving en hun omgeving te ‘manipuleren’ ontdekken mensen nieuwe dingen en leren zij vaardigheden. Intrinsieke motivatie bestaat daarmee steeds tussen de persoon en de activiteit.

Hoe ervaart de persoon de activiteit in de context

Intrinsieke motivatie reflecteert de ontwikkeling van het organisme door activiteit (spelen, exploreren, manipuleren van dingen en daardoor uitbreiden van competenties en capaciteiten). Daarom kun je intrinsieke motivatie alleen begrijpen wanneer je kijkt naar hoe de karakteristieken van de activiteit in de context worden ervaren door de persoon in kwestie.
Een individu is intrinsiek gemotiveerd voor een activiteit in de mate waarin de persoon de activiteit interessant en plezierig vindt, en dit is het geval wanneer zijn psychologische basisbehoeften ermee worden vervuld.

Optimale uitdaging

Intrinsieke motivatie gebeurt spontaan onder condities van optimale uitdaging. Een taak goed uitvoeren is niet genoeg om vitaal en enthousiast te zijn over die taak, als de uitvoering de persoon namelijk geen enkele moeite kost zal hij niet intrinsiek gemotiveerd zijn. Intrinsieke motivatie is namelijk gericht op groei, het ontstaat daar waar mensen de kans hebben om te oefenen en bestaande vaardigheden en skills te stretchen.

Demonstreren

Situaties waarin mensen de taak al helemaal beheersen en die niks betekenen in termen van groei, kunnen ook een gevoel van competentie geven maar stimuleren niet de intrinsieke motivatie. In plaats daarvan kunnen mensen die activiteit doen om bijvoorbeeld te demonstreren hoe goed ze er in zijn. De reden om de activiteit te doen is, bij intrinsieke motivatie, omdat de persoon de activiteit interessant vindt en zich uitgedaagd voelt om zijn vaardigheden te stretchen.

Vrijwillig aangaan

Bij intrinsieke motivatie is sprake van optimale uitdaging die de persoon vrijwillig aangaat. Bij het doen van de activiteit voelt de persoon regelmatig dat hij de taak al beheerst en voelt hij ook regelmatig dat hij net een beetje uitgedaagd wordt en een tandje moet bijzetten. Het gevoel dat je steeds een beetje beter wordt, regelmatig merken dat je de activiteit goed kunt en dan weer merken dat je net een beetje meer moet geven en leren wil je het volgende niveau ook goed aankunnen, dat creëert en versterkt intrinsieke motivatie.

Autonomie en competentie

Gebeurtenissen die de ervaren autonomie en competentie positief beïnvloeden stimuleren intrinsieke motivatie. Zowel de ervaren autonomie als de ervaren competentie behoefte moeten worden vervuld voor het bewaren en uitbreiden van intrinsieke motivatie.

Dus om intrinsieke motivatie te behouden en te versterken is het nodig dat je behoefte aan autonomie wordt vervuld (ik wil deze activiteit zelf doen, ik heb ervoor gekozen) en je behoefte aan competentie wordt vervuld (ik ben in staat om deze activiteit te doen en ik word op het juiste niveau uitgedaagd als ik ermee bezig ben). Intrinsieke motivatie wordt bepaald door de betekenis die de persoon geeft aan zijn activiteit (doe ik deze activiteit vanuit mezelf) en zijn competentieniveau (doe ik deze activiteit op een prettig uitdagend niveau).

Stimuleren intrinsieke motivatie

Gebeurtenissen die de ervaren autonomie en ervaren competentie negatief beïnvloeden ondermijnen intrinsieke motivatie. Controlerende beloningen, straffen of bedreigingen, evaluaties, surveillance, deadlines en opgelegde doelen ondermijnen gewoonlijk de intrinsieke motivatie. Dat komt omdat als de persoon een activiteit doet die hij interessant vindt, hij door deze externe factoren de betekenis kan gaan geven dat hij de activiteit doet vanwege die externe factoren in plaats van vanwege zijn interesse in de activiteit.

Ondermijnen intrinsieke motivatie

Als mensen het idee hebben dat ze beoordeeld worden ondermijnt dit hun intrinsieke motivatie. Als mensen voortdurend negatieve feedback krijgen ondermijnt dit hun intrinsieke motivatie. Positieve feedback die niet op een controlerende manier en op een kleine manier wordt gegeven en die focust op de competentie stimuleert intrinsieke motivatie. Positieve feedback op die manier gegeven versterkt het gevoel van competentie zonder dat het de ervaren autonomie ondermijnt. Dus het gevoel dat je competent bent wordt het beste bereikt in een situatie waarin je autonomiebehoefte niet wordt ondermijnd want dan pas is de positieve feedback echt ondersteunend aan je intrinsieke motivatie.

Informerende feedback versterkt intrinsieke motivatie

Feedback die informerend wordt gegeven en niet evaluatief of controlerend doet geen afbreuk aan intrinsieke motivatie en kan die zelfs versterken. Als iemand een activiteit heeft uitgevoerd en die persoon krijgt informatie over hoe hij het heeft gedaan, bedoeld om hem te informeren zodat hij verder kan komen met het verbeteren van de vaardigheid, dan versterkt dit zijn intrinsieke motivatie. Dat gaat zelfs op wanneer de feedback negatief is.
Deadlines die informerend zijn en niet controlerend of onder druk zettend, doen geen afbreuk aan de intrinsieke motivatie en kunnen zelfs energie gevend en positief motiverend zijn. Maar als diezelfde deadlines op een dreigende of belonende manier worden ingezet dan gaat dit ten koste van de intrinsieke motivatie.

Actiekeuzes versterken intrinsieke motivatie

Het hebben van keuzemogelijkheden versterkt perceptie van autonomie en versterkt de intrinsieke motivatie. Daarbij is er een onderscheid tussen optiekeuzes en actiekeuzes. Een optiekeuze betekent dat de persoon kan kiezen uit diverse opties, een actiekeuze betekent dat de persoon gedurende het uitvoeren van de activiteit steeds zelf kiest welke volgende actie hij wil uitvoeren. Actiekeuze is belangrijker voor de perceptie van autonomie en intrinsieke motivatie dan optiekeuze, hoewel optiekeuze ook een positief effect heeft. Het belangrijkste is dat de persoon de perceptie heeft dat hij betekenisvolle keuzes maakt, niet elke keuze versterkt dus zijn gevoel van autonomie.

Ben jij intrinsiek gemotiveerd voor een activiteit?

Om te weten waarvoor je intrinsiek gemotiveerd bent is het niet voldoende om een activiteit te benoemen die je interessant vindt, het is daarnaast belangrijk om te weten welke betekenis je geeft aan het doen van de activiteit. Ervaar je dat je a) de activiteit leuk en interessant vindt en b) je graag je vaardigheden mbt de activiteit stretcht, dan is er sprake van intrinsieke motivatie. Ervaar je dat je a) de activiteit niet leuk maar wel belangrijk vindt en b) je beter wilt worden in de activiteit omdat je daarmee een voor jou belangrijk ander doel bereikt, dan is er sprake van geïnternaliseerde extrinsieke motivatie.

]