Gisteren werkten we met een leuke trainingsgroep in Amsterdam en we behandelden het onderwerp “groeimindset”. Dat onderwerp wekt vaak een persoonlijke reflectie op bij mensen. Hoe ben ik zelf opgevoed? Hoe werd ik benaderd op school? Hoe voed ik mijn eigen kinderen op? Hoe ga ik om met collega’s en medewerkers? Er komen voorbeelden langs van mensen die in de klas op intelligentieniveau moesten gaan zitten (de domste achteraan, de slimste vooraan), en van mensen die door hun ouders vergeleken werden met hun broertjes en zusjes en gelabeld werden, in positieve of negatieve vergelijkende zin. Mensen zijn heel sensitief voor wat er gaande is in een situatie. Word ik beoordeeld? Zo ja, waarop? Als mensen gestereotypeerd worden roept dit een fixed mindset op. Een dergelijke persoonsgerichte beoordeling drukt je in een rol: je bent wat je bent en daar kun je weinig aan veranderen. Natuurlijk kun je je tegen die stereotypering verzetten. Je kunt denken: “Mij krijgen ze er niet onder!” Betekent een dergelijke reactie dat je geen last meer hebt van de fixed mindset feedback die je kreeg? Jammer genoeg niet. Je vechtende houding kost energie. Energie die je niet kunt richten op de ingewikkelde taak die je te doen staat en ten aanzien waarvan je nu juist een label opgeplakt kreeg. Nu moet je twee dingen doen: je verzetten tegen de stereotypering plus je richten op de moeilijke taak. En dat gaat ten koste van je prestaties en van je plezier in wat je doet. Dus als iemand zich verzet tegen fixed mindset feedback, dan is het negatieve effect van dergelijke feedback nog steeds aan het doorwerken. Als je dit serieus neemt, dan geef je geen persoonsgerichte feedback meer, noch in negatieve zin (jij bent een luiwammes), noch in positieve zin (jij bent een talentvolle leidinggevende of student).