Szpunar, K.K., Spreng, R.N., Schacter, D.L. (2014) in Varieties of future thinking,
Psychology of thinking about the future (2018)

Gedachten over de toekomst kunnen worden ingedeeld in vier categorieën. Schacter et al (2018) onderscheiden simulatie, predictie, intentie en planning. Naast deze vier vormen van denken over de toekomst maken ze onderscheid tussen twee soorten inhoudelijke focus, episodisch en semantisch. Episodische gedachten over de toekomst hebben betrekking op specifieke autobiografische gebeurtenissen die wellicht zullen plaatsvinden in de toekomst. Semantische gedachten over de toekomst hebben betrekking op hoe de wereld er in algemene en abstracte termen uit zal zien in de toekomst.

1. Simulatie

Simuleren is het construeren van gedetailleerde mentale representaties van de toekomst. Bijvoorbeeld, je gedetailleerd voorstellen hoe je eerste werkdag na de vakantie eruit zal zien. Bij het bedenken van die toekomstige situatie benutten mensen hun herinneringen aan soortgelijke situaties. Geheugen van wat er in het verleden is gebeurd en geheugen voor wat er in de toekomst kan gaan gebeuren zijn nauw met elkaar verweven. Bij het simuleren zowel als bij het herinneren speelt de hippocampus een grote rol en is een opvallende overlap te zien in breinactiviteit.

Fouten in simulaties

Simulaties zijn vaak gebaseerd op makkelijk op te halen, maar niet representatieve herinneringen aan soortgelijke situaties. De persoon herinnert zich bijvoorbeeld dat hij vorig jaar bij terugkomst van vakantie taart at met zijn collega’s, maar vergeet dat alle andere jaren dat hij terugkwam op zijn werk er geen gezellig taartmoment plaatsvond. Simulaties highlighten daarnaast vaak specifieke details, en laten details die zeker ook belangrijk zijn voor de toekomstige ervaring weg. In de simulatie wordt bijvoorbeeld wel meegenomen hoe blij je was toen je samen met je collega vakantieverhalen uitwisselde, maar de enorme berg achterstallige emails waarmee je te maken had laat je weg in de simulatie. Tenslotte zijn simulaties vaak niet volledig, ze focussen op het begin van een toekomstige ervaring of gebeurtenis en negeren wat er vervolgens kan gebeuren.

Progressiegerichte simulaties

In progressiegerichte gespreksvoering benutten we de sterke verwevenheid tussen geheugen voor de toekomst en herinneringen op een doelgerichte manier. We stellen vragen over de gewenste situatie (simulatie van de gewenste toekomst) en over wat werkte in het verleden (eerdere successen). Daarbij nodigen de vragen uit om levendige mentale representaties te construeren ten aanzien van hoe de persoon graag wil dat zijn situatie wordt, tot in detail, en met aandacht voor het effectief omgaan met tegenslagen. Ervaringen uit het verleden voeden de simulatie van de toekomst.

2. Predictie

Predictie is de inschatting van de waarschijnlijkheid van een bepaalde toekomstige gebeurtenis of uitkomst. Predictie is een voortdurend plaatsvindend onbewust proces, ons brein reikt ons voortdurend voorspellingen aan (zie ook hier). Bij het denken over de toekomst gaat het om bewuste inschattingen van hoe wij zullen reageren op toekomstige gebeurtenissen en hoe waarschijnlijk die toekomstige gebeurtenissen zullen zijn. In het voorbeeld van de eerste werkdag na de vakantie kan de persoon bijvoorbeeld voorspellen dat hij enthousiast wordt begroet door zijn collega’s en hij zich welkom voelt. Als de simulatie fouten bevat, zal de predictie ook fouten bevatten.

Progressiegerichte predictie

In progressiegerichte gespreksvoering stellen we vragen die helpen om een realistische inschatting te maken van de toekomstige gebeurtenissen en eigen reacties daarop. Vragen zoals ‘waaraan zou je merken dat het werkt om…?’ en ‘wat stemt je optimistisch dat het je zal gaan lukken?’ en ‘Wat zou het voordeel ervan zijn als de gewenste situatie is bereikt? ‘ zijn voorbeelden van dergelijke predictievragen.

3. Intentie

Intentie is een mentaal voornemen om een doel te willen gaan behalen. Om het betreffende doel ook daadwerkelijk te behalen moet de persoon zich de intentie op het juiste moment herinneren. Je moet als het ware een geheugen voor de toekomst ontwikkelen: ik moet niet vergeten om dat boek mee te nemen voor ik weer naar huis ga. Intentie en planning hangen nauw met elkaar samen.

Progressiegerichte intenties

In progressiegerichte gespreksvoering construeren we intenties om de gewenste situatie dichterbij te brengen. Vragen zoals ‘Waaraan zou je merken dat het de goede kant op aan het gaan is?’ en ‘Als je heftige kritiek krijgt, hoe zorg je er dan voor dat je rustig reageert?’ helpen om concrete intenties te formuleren. Er zit een visualiserend aspect aan deze intentieformuleringen; de persoon beschrijft zijn eigen concrete positieve gedrag. Hier kun je meer lezen over implementatie-intenties.

4. Planning

Planning is de identificatie en organisatie van stappen om een bepaald doel te bereiken. Plannen maken vergt bewuste aandacht (en gaat gepaard met activiteit in de frontoparietal control network). Het gaat bij planning om de concrete gedragingen die je wilt gaan ondernemen. Het maken van plannen gaat gepaard met de andere drie vormen van denken over de toekomst: simulatie, predictie en intentie.

Progressiegerichte planning

In progressiegerichte gespreksvoering zorgen we dat de persoon concrete acties bedenkt waar hij zelf achter staat. Vragen zoals ‘Hoe zou je hiermee aan de slag willen gaan?’ en “Wat is je eerstvolgende stap vooruit?’ en ‘Wat wil je nu als eerste gaan doen?’ helpen om de persoon zelf een plan te laten formuleren. Hier kun je meer lezen over SMART afspraken en progressiegerichte afspraken.