Gaat mindsettheorie wel op voor adolescenten? Laatst hoorde ik iemand concluderen dat groeimindsetinterventies niet werken voor adolescenten en volwassenen. Zijn redenering was: omdat adolescenten een speciaal persoon willen zijn en gewaardeerd willen worden om wat ze doen, werken groeimindsetinterventies bij hen averechts. Volgens mij is deze conclusie slordig geformuleerd en klopt die niet.

Slordige formulering

De slordige formulering zit hem bijvoorbeeld in ‘ze willen gewaardeerd worden om wat ze doen’, wat juist getuigt van een procesgerichte focus ipv een persoonsgerichte.

Ongefundeerde conclusie

Belangrijker is denk ik echter dat de conclusie niet kan worden getrokken op basis van de bevinding van de mogelijke averechtse effecten van inspanningscomplimenten op adolescenten.

Procescomplimenten

Het geven van procescomplimenten blijkt bij kinderen een groeimindset te stimuleren, leidend tot positieve leereffecten en veerkrachtig reageren op tegenslagen. Procescomplimenten focussen zowel op de inspanning die het kind geleverd heeft als de leerstrategie die het kind heeft gevolgd.

Procescomplimenten geven het kind de informatie dat de volwassene gelooft dat effectieve inspanning leidt tot goede resultaten. Als het kind die boodschap internaliseert gaat het geloven in de eigen academische competenties.Het kind gaat geloven dat ze in staat is om effectief om te gaan met tegenslagen.

Geïsoleerd inspanningscompliment

Wanneer ouders en docenten echter slechts 1 deel van een procescompliment benadrukken gaat er iets mis. Procesfeedback behelst feedback op 1) inspanning en 2) strategie. Uitsluitend het deel van de inspanning benadrukken zegt dus eigenlijk dat elke inspanning goed is. Mindsettheorie zegt juist dat het gaat om effectieve inspanning, niet simpelweg inspanning.

In adolescenten kan een geïsoleerd inspanningscompliment zelfs juist een statische mindset stimuleren. Wanneer er alleen inspanningsfeedback wordt gegeven kan de adolescent concluderen dat hij weinig aanleg heeft en de volwassene een lage pet opheeft van hem.

Voorbeelden

Voorbeelden van inspanningscomplimenten zijn die averechts kunnen werken bij adolescenten zijn:

Redenen

Er zijn meerdere redenen waarom een geïsoleerd inspanningscompliment averechts kan werken. Een situationele reden is bijvoorbeeld wanneer de adolescent helemaal niet hard heeft gewerkt en toch een inspanningscompliment krijgt. Omdat dit compliment niet correct is komt het niet authentiek over en de adolescent kan dit compliment interpreteren als teken van de lage verwachting die de volwassene van hem heeft.

Een andere situationele reden is wanneer de student een slecht resultaat heeft gehaald en het inspanningscompliment als een soort troost wordt ervaren (geeft niet hoor, je hebt wel goed je best gedaan).

Een derde situationele reden is wanneer een adolescent een inspanningscompliment krijgt terwijl hij inderdaad hard gewerkt heeft, maar op een niet effectieve manier. Uren en uren blokken op een verkeerde manier kan de adolescent de informatie geven dat zijn slechte resultaten, ondanks zijn harde werk, dus wel te wijten moeten zijn aan lage capaciteiten.

Prestatiecultuur

In, vooral westerse, onderwijsinstellingen verschuift de doelfocus van de lagere school naar de middelbare school.  Waar kinderen op lagere scholen nog vaak leerdoelen aangereikt krijgen, is er op middelbare scholen een sterke nadruk op prestatiedoelen.

Gaat mindsettheorie wel op voor adolescenten?

Adolescenten functioneren dan ook in een omgeving waar ze gericht raken op hun cijfers in competitie met anderen. Onderzoek heeft laten zien dat een door volwassenen aangereikte focus op prestatiedoelen een statische mindset oproept.  Er ontstaat een perceptie van een inverse relatie tussen inspanning en intelligentie. Hoe minder inspanning je hoeft te leveren voor hoge cijfers, des te intelligenter en talentvoller ben je. Als je je erg moet inspannen, ben je dus niet zo slim. In een dergelijke context is een inspanningscompliment eigenlijk eerder kritiek op het IQ en de capaciteiten van de adolescent dan iets positiefs.

Foute conclusie

De groeimindsettheorie zegt dat overtuigingen over de mogelijkheid om je capaciteiten te verbeteren een voorspelbaar effect hebben op je bereidheid je in te spannen, feedback op te zoeken, effectief te reageren op tegenslagen en op je gevoelens terwijl je aan het leren bent.

Met een statische mindset ga je de moeilijke taken eerder uit de weg dan dat je ze aangaat, je zelfwaardering krijgt een deuk wanneer je faalt, je ontwikkelt faalangst en doordat je opgeeft in plaats van slimmer gaat leren bereik je minder goede resultaten dan wanneer je een groeimindset had gehad.

De gevonden mogelijke averechtse effecten van inspanningscomplimenten bij adolescenten onderschrijven dus juist de groeimindsettheorie. Adolescenten zijn niet gebaat bij geïsoleerde inspanningscomplimenten. Hun statische mindset wordt erdoor versterkt. Alleen de nadruk leggen op inspanning, op een troostende, badinerende of niet authentieke manier duwt adolescenten nog sterker in de richting van een statische mindset.

Alternatief

In plaats van een geïsoleerd inspanningscompliment zouden volwassenen zoals ouders en docenten zich beter bewust kunnen zijn van 1) het niet stimuleren van een statische mindset in adolescenten en 2) het wel stimuleren van een groeimindset.

Mindsettheorie inzetten bij adolescenten

Gaat mindsettheorie wel op bij adolescenten? We hebben daar zelf invloed op. Volwassenen kunnen zich richten op het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur in hun gezin en op school op bijvoorbeeld de volgende manieren:

  1. Een focus leggen op leerdoelen in plaats van prestatiedoelen: een leerdoelenklimaat ontwikkelen in de klas
  2. Zelf oprecht geloven dat effectieve inspanning nodig is voor het bereiken van goede resultaten
  3. Zelf bewust zijn van de fundamentele attributiefout en bereid zijn deze te corrigeren
  4. Competentie-ondersteunende positieve procesgerichte feedback geven
  5. Competentie-ondersteunende negatieve procesgerichte feedback geven
  6. Focus leggen op de progressie die de adolescent zelf boekt en moet gaan boeken: meesterschap in plaats van competitie
  7. Toetsen sporadischer gebruiken als onderwijstool
  8. Hier zijn 10 do’s voor het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur
  9. Hier zijn vijf don’ts voor het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur
  10. Begrijpen dat groeimindsetovertuigingen geïnternaliseerd worden wanneer de adolescent ervaart dat effectieve inspanning leidt tot progressie en dat het maken van fouten door anderen wordt gezien als normaal onderdeel van het proces om progressie te boeken.

]