Als de ouders een groeimindset hebben, hebben hun kinderen die dan ook? Het is al langer duidelijk dat het type compliment dat ouders aan hun kinderen geven, bij die kinderen een statische of een groeimindset oproept. Persoonsgerichte complimenten creëren een statische mindset en procesgerichte complimenten een groeimindset in kinderen. Zie ook hier en hier.

Mindset ouders correleert niet met mindset kinderen

De vraag was of de mindset van de ouders diezelfde mindset in kinderen oproept. Dus hebben kinderen van ouders met een groeimindset zelf ook een groeimindset en hebben kinderen van ouders met een statische mindset zelf ook een statische mindset? Dat bleek niet het geval te zijn. In geen van Dwecks onderzoeken kwam naar voren dat de mindset van de ouders bepalend was voor de mindset van hun kinderen.

Mindset niet zichtbaar voor kinderen

Dweck ontwikkelde de hypothese dat een groeimindset of een statische mindset (dus de overtuiging dat intelligentie en talenten ontwikkelbaar of aangeboren zijn) van ouders niet goed merkbaar en zichtbaar is voor kinderen. Wat ouders geloven over de ontwikkelbaarheid van intelligentie en capaciteiten is waarschijnlijk te abstract voor kinderen om op te pikken. Maar wat zichtbaarder is voor kinderen is hoe ouders reageren op slechte schoolprestaties. Faal-mindset. Dweck maakt onderscheid tussen twee faal-mindsets: de ‘falen werkt verlammend’ en de ‘falen werkt versterkend’.

‘Falen werkt versterkend’-mindset

Ouders met een ‘falen-werkt-versterkend’-mindset geloven dat slechte schoolprestaties een gelegenheid zijn voor het kind om te leren en te groeien. Ze geloven dat de faalervaring het kind kan helpen om zich meer te gaan inspannen, andere lee strategieën te proberen en hulp te vragen. Ze hebben een leeroriëntatie. Daardoor reageren ze op slechte prestaties van hun kind met een focus op hoe het kind kan verbeteren.

‘Falen werkt verlammend’-mindset

Ouders met een ‘falen-werkt-verlammend’-mindset zien slechte schoolprestaties als een slechte ervaring die leren en productiviteit in de weg staan. Ze geloven dat de faalervaring slecht is voor het kind en reageren angstig wanneer hun kind met een laag cijfer thuiskomt. Ze hebben een prestatie-oriëntatie. Daardoor reageren ze op slechte prestaties van hun kind door ze bijvoorbeeld te troosten met hun gebrek aan aanleg (kun jij ook niets aan doen dat je geen rekenknobbel hebt).

Meten faalmindset

De faalmindset van de ouders werd gemeten via de volgende items:

  • De effecten van falen zijn positief en moeten worden benut
  • Faalervaringen faciliteren het leren en verdere groei
  • Faalervaringen versterken mijn prestaties en groei
  • Faalervaringen werken verlammend voor mijn leren en verdere groei
  • Faalervaringen verslechteren mijn prestaties en productiviteit
  • De effecten van faalervaringen zijn negatief en moeten worden vermeden

Faalmindset van ouders correleert met mindset van hun kinderen

Carol Dweck deed 4 studies om te onderzoeken of de faalmindsets van ouders inderdaad correleerde met de groei- of statische mindset van hun kinderen. Een van de vier studies was een experimentele studie, waarin de faalmindsets van ouders werden gemanipuleerd en vervolgens werd gekeken hoe ze reageerden op het falen van hun kind.

Faalmindset

Uit studie 1 bleek dat de faalmindset van ouders inderdaad significant correleerde met de groei- of statische mindset van hun kinderen, en dat de groei- of statische mindset van ouders niet correleerde met de mindset van hun kinderen.

Verlammend

Hoe sterker ouders geloofden dat faaleraringen verlammend werken, hoe meer hun kinderen ervoeren dat hun ouders bezorgd waren over hun schoolprestaties en cijfers en hoe minder hun kinderen ervoeren dat hun ouders belang hechtten aan hun leren en hun groei.

Cijfers

Kinderen wiens ouders geloofden dat falen verlammend en afbrekend werkt, hadden de indruk dat het hun ouders meer te doen was om hun cijfers dan om hun leren en dit correleerde met een statische mindset ten aanzien van intelligentie en capaciteiten bij die kinderen.

Een replicatiestudie van december 2017 vond niet overigens dezelfde resultaten, dus we moeten voorzichtig zijn definitieve conclusies te verbinden aan de resultaten van dit onderzoek.