‘Er in kom’-oefeningen zijn korte startoefeningen waarmee we onze trainingssessies beginnen. Momenteel loopt de training progressiegericht trainen en we bespraken het onderwerp van ‘er in kom’-oefeningen. Een van de deelnemers is bezig vier online lessen over een progressiegericht onderwerp te ontwikkelen en gaat ook aan de slag met het ontwerpen van ‘er in kom’-oefeningen. In dit artikeltje reik ik zes ontwerpcriteria aan.

Focus op thema bijeenkomst

De startoefening gaat over een klein onderdeel van het thema van de bijeenkomst. Is het thema bijvoorbeeld effectieve leerstrategieen, dan gaat de startoefening over de vraag ‘wat heb je geleerd?’ Als het thema van de sessie weerstand is, dan gaat de start oefening bijvoorbeeld over de vraag ‘hoe ben je al eens effectief omgegaan met weerstand van een gesprekspartner’.

Positieve schijnwerper

De startoefening heeft een positieve invalshoek, we zetten een schijnwerper op wat al eens heeft gewerkt, op positieve ervaringen, op wat is gelukt. Die positieve invalshoek zorgt voor een positief gesprek met iemand anders in de sessie en dat leidt tot positieve emoties. Dat versterkt een gevoel van verbondenheid en maakt ons creatiever.

Veilig

De startoefening vindt plaats in gesprek met 1 of 2 andere deelnemers in de groep, waardoor ieder zich veilig voelt om iets naar voren te brengen. Niemand wordt plenair aangewezen om iets te vertellen over de startoefening.

Laagdrempelig

De vraag van de startoefening is eenvoudig, snel te begrijpen en simpel om uit te voeren. Zonder theoretische kennis van het onderwerp van de sessie kan iedereen meedoen met de startoefening.

Contact leggen

Een van de doelen van de startoefening is dat deelnemers contact leggen met elkaar, er is dus ook ruimte om vrij met elkaar te praten en er is geen heel vaste structuur die in de gesprekjes gevolgd moet worden.

Kleine groepjes

De startoefening wordt gedaan in duo’s (of misschien trio’s). Zo komt iedereen aan bod. Als een deelnemer nog even moet wennen en nog wat zoekend is beperk je hiermee het stempel dat hij drukt op andere deelnemers, immers hij heeft maar met 1 andere persoon gesproken.

100 Progressiegerichte interventies