Foto: Walter Schlundt Bodien

Hoe kun je de les interessant maken voor de leerlingen? In het pas verschenen boek Supporting student’s motivation van Reeve et al geeft hij een aantal, op onderzoek gebaseerde, tips. Autonomie en interesse zijn nauw met elkaar verbonden. Wanneer leerlingen zich autonoom voelen zijn ze ook meer geïnteresseerd in wat ze doen, en dat effect treedt op ongeacht de initiële interesse die de leerling had voor het onderwerp van de les. Dus wil je dat leerlingen geïnteresseerder kunnen worden in de les, ondersteun ze dan in hun autonomiebehoefte. Wanneer de psychologische basisbehoeften van leerlingen worden vervuld wordt interesse in de activiteit mogelijk. Hoe kun je dit concreet doen?

Leerlingen uitnodigen hun interesses te volgen

In sommige situaties kan de vraag naar persoonlijke interesses heel open gesteld worden: Waar ben je in geïnteresseerd? Wat zou je graag willen doen?

Interessant binnen een kader

In meer gestructureerde situaties, zoals op school vaak het geval zal zijn, is het vragen naar interesse binnen het kader van de lesstof een goed idee: een leeractiviteit introduceren en vervolgens aan leerlingen vragen wat ze daarin het meest interessant vinden. Waar wil je op focussen? Waarmee wil je beginnen? Ook kunnen leraren vragen wat de leerlingen interessant vinden aan de lesstof: waar ben je het meest geïnteresseerd in ten aanzien van dit onderwerp?

Interessante informatie

Leraren kunnen de interesse van de leerling voeden door ze op weg te helpen waar ze interessante informatie kunnen vinden (bijvoorbeeld via huiswerksuggesties). Bijvoorbeeld door ze een webpagina te geven en te vragen of de leerling er eens op wil kijken en voor zichzelf wil kiezen wat hij het meest interessante onderwerp vindt. Of door leerlingen een boek te geven en ze te vragen om aan te geven wat ze het meest interessante stukje in het boek vinden.

Intrinsiek doel

De leerling kan de les interessant gaan vinden wanneer hij een intrinsiek doel kan nastreven in de les. Intrinsieke doelen zijn bijvoorbeeld het opbouwen van goede persoonlijke relaties, persoonlijke ontwikkeling en groei, anderen helpen, iets goeds betekenen voor een sociale gemeenschap. Dit soort doelen nastreven gaat gepaard met vervulling van psychologische basisbehoeften en daarmee met autonomie en interesse.

Luister naar de voorkeursmanier

Lesgeven op de manier die de voorkeur geniet van de leerlingen wakkert hun interesse in de les aan. Dat werkt zo: eerst verzamelt de leraar de voorkeuren van de leerlingen ten aanzien van hoe ze leren (dit is niet hetzelfde als het aansluiten bij zogenaamde leerstijlen). Vervolgens benut de leraar die informatie om de volgende les zo in te richten dat de voorkeur van de leerlingen prioriteit krijgt. Voorbeelden van leermanieren zijn:

  • Luisteren naar een gastspreker
  • Kijken naar een video
  • Groepsdiscussie
  • Luisteren naar een audioclip
  • Samenwerkend leren
  • Alleen werken
  • Luisteren naar een lezing
  • Oefenen
  • Invullen van een werkblad
  • Luisteren naar een presentatie van een andere leerling

Keuzemogelijkheden bieden

Keuzemogelijkheden bieden werkt autonomie-ondersteunend, wanneer de keuze aan een aantal criteria voldoet. Zo moet de keuzemogelijkheid aansluiten bij het perspectief van de leerling en dus niet worden ingezet als drukmiddel. Keuzemogelijkheden bieden als drukmiddel klinkt bijvoorbeeld zo: ‘Ga je nu aan het werk of wil je een onvoldoende?’

Betekenisvolle keuzes

De keuzemogelijkheden moeten betekenisvol zijn voor de leerling, het moet ze iets uitmaken welke keuze ze krijgen. Daarom moeten de keuzemogelijkheden aansluiten bij hun interesses, doelen en bij wie ze zijn. Tenslotte moet de leerling zich competent voelen om de keuze te maken en voldoende informatie hebben om de keuze te kunnen maken. Keuzemogelijkheden bieden werkt wanneer er een beperkt aantal opties is, de leerlingen informatie en ervaring hebben op basis waarvan ze de keuze kunnen maken, er duidelijke verschillen tussen de alternatieven zijn en de leerlingen de energie en zin hebben om zelf te kiezen. Wanneer aan die voorwaarden niet is voldaan werkt het beter om iemand anders de keuze te laten maken, waarbij het belangrijk is dat de leerling de persoon die de keuze voor hem maakt vertrouwt.

Soorten keuzemogelijkheden

Er zijn verschillende soorten keuzemogelijkheden die de leraar kan bieden:

  1. In activiteiten: kies je eigen favoriete kunstvorm, zoals schilderen, boetseren, schrijven…
  2. In aanpak: je kunt voor jezelf werken, in een groepje, of in duo’s
  3. In inhoud: hier is een lijst met onderwerpen, kies er eentje om je in te verdiepen
  4. Hoe: je kunt op elk niveau beginnen, makkelijk, gemiddeld, moeilijk
  5. Werktempo: wil je doorwerken of pauzeren?
  6. Participatie: wil je iets zeggen, oefenen, een presentatie geven?

Duidelijke doelen en normen

De behoefte aan competentie wordt vervuld wanneer leerlingen optimaal uitgedaagd worden. Die optimale uitdaging bevat twee componenten: een helder doel en een prestatienorm (een mentale representatie van een goede prestatie ten aanzien van dit doel). Bij optimale uitdagingen is er een kans op falen en een kans op succes, en dat is wat de activiteit boeiend maakt.

Pro-sociale activiteiten

Leraren kunnen de behoefte aan verbondenheid van leerlingen helpen vervullen door ze een pro-sociaal doel te laten nastreven. Bijvoorbeeld door ze elkaar te laten helpen, door ze elkaar feedback te laten geven, door ze samen een product te laten maken, door ze een gezamenlijk antwoord te laten formuleren op een vraag of een gezamenlijke oplossing voor een probleem.

Door deze concrete dingen te doen vergroot je als leraar de kans dat de leerlingen de les interessant gaan vinden. Intrinsieke motivatie is een heel belangrijke, maar niet de enige vorm van motivatie die nodig is voor duurzaam leren, daarvoor is ook geïnternaliseerde motivatie nodig.

Training progressiegericht werken