Alternatieven voor talentvraag: welke alternatieven zijn er wanneer je niet wilt focussen op iemands sterktes en talenten? Een focus op talenten en sterktes stimuleert immers een statische mindset.

Statische mindset

Wanneer mensen in een statische state of mind zijn geloven ze dat wat ze kunnen bereiken begrensd wordt door hun aangeboren aanleg, intelligentie en talenten. Het nadeel van deze mindset wordt duidelijk wanneer de taak uitdagend wordt en mensen ervaren dat ze een plafond bereiken. Het bereiken van dit plafond wordt geïnterpreteerd als teken van een gebrek aan talent en dit vergroot de kans dat de persoon stopt met de activiteit. Hierdoor boekt hij geen verdere progressie, wat hem bevestigt in zijn overtuiging dat hij er geen aanleg voor heeft.

Talenten en sterktes

Door een focus te leggen op sterktes en talenten duwen we onze gesprekspartner in de richting van een statische mindset. De persoon gaat antwoord geven in termen van zijn persoonlijkheidstype, intelligentie, talenten en sterktes en labelt zichzelf: ‘ik ben iemand die….’ (zie ook hier). Doen wat je al goed kunt voelt misschien wel prettig, maar kan net zo goed als heel saai worden ervaren. Je kunt je daarentegen ook competent voelen, zonder talent.

Benut elkaars talenten niet

Als je een groeimindset wilt stimuleren dan zijn er goede alternatieven voor de talenten- en sterktefocus. Je kunt de focus leggen op wat je gesprekspartner interessant en belangrijk of waardevol vindt in zijn werk en op de progressie die de persoon wil of moet bereiken. Die interesses en waarden en betekenisvolle progressie vormen een beter uitgangspunt voor de verdeling van taken en de keuze voor bijv. loopbaanstappen dan de huidige sterktes die de persoon heeft. Benut elkaars kwaliteiten niet.

Alternatieve vragen

Alternatieve vragen zijn bijvoorbeeld:

  • Waar gaat je belangstelling naar uit?
  • Welke bijdrage zou je graag willen leveren de komende periode?
  • Wat vind je interessant om te doen?
  • Bij welke activiteiten vliegt de tijd voor je voorbij?
  • Wat vind je belangrijk om aandacht aan te besteden?
  • Waar zou je graag beter in willen worden?
  • Wat zou je graag willen leren?
  • Welke nieuwe activiteiten en onderwerpen maken je nieuwsgierig?

Interesses en progressie

Leidinggevenden kunnen bij de taakverdeling in teams de interesses van medewerkers als criterium nemen: welke taken vinden teamleden interessant om te doen? Ze kunnen ook de gewenste progressie als criterium nemen: welke progressie is belangrijk dat deze medewerker verder gaat bereiken en/of welke progressie zou deze medewerker graag verder willen gaan bereiken? Zo kom je van ‘doen waar je goed in bent’, maar doen waar je goed in wilt worden.

Groeimindset

Door een focus te leggen op de progressie die individuele medewerkers of teams al hebben bereikt en verder moeten/willen bereiken stimuleer je een groeimindset(cultuur). In een groeimindsetcultuur werken medewerkers beter met elkaar samen, delen ze kennis en informatie, leren ze van (elkaars) fouten en bereiken ze meer. Hier kun je meer lezen.