Welk muziekinstrument zou je willen leren bespelen?

Je mindset heeft invloed op wat je bereikt, op hoe je leert en op hoe je je voelt. Je mindset heeft ook een effect op je relaties met anderen en op hoe je samenwerkt met anderen. Om die relatie tussen je mindset en je leren, presteren en floreren te illustreren een hypothetisch en eenvoudig voorbeeld.
Stel dat iemand aan je vraagt:”Welk muziekinstrument zou je willen leren bespelen?” En stel dat je een groeimindset hebt. In dat geval zou je gaan nadenken over of een muziekinstrument bespelen iets is dat je interessant lijkt. En mocht het idee je aanspreken, dan zou je een instrument kiezen dat je graag zou willen kunnen bespelen. De vraag of je aanleg hebt voor het bespelen van een instrument zou niet relevant voor je zijn, in plaats daarvan zou je geïnteresseerd zijn om te horen over hoe je het betreffende instrument kunt leren bespelen. En als je zou starten met het leren bespelen van het instrument, zou je niet uit het veld geslagen zijn wanneer je het moeilijk zou vinden. Dat zou je normaal vinden. Want alle begin is immers moeilijk. Je zou de moeilijkheid ervaren als uitdagend. Je zou oefenen en feedback vragen en je richten op het leerproces. En als er weer eens een valse toon uit je instrument zou komen, zou je dat niet leuk vinden maar ook geen drama. Ik kan het nog niet, zou je denken. Moeilijkheden en fouten maken zijn een normaal onderdeel van leren. En je zou doorgaan met oefenen. Je zou goed opletten hoe je docent of een expert op het gebied het instrument bespeelt. Zodat je van hun expertise leert. Langzamerhand zou je beter worden in het bespelen van het instrument. En wie weet waar je dan terecht zou komen.
Als je een statische mindset hebt en deze vraag zou je worden gesteld zou je anders denken. Je zou je in eerste instantie afvragen of je muzikale aanleg hebt. Is het antwoord “nee”, dan zou je zeggen:”Nee, ik heb geen talent voor het bespelen van een muziekinstrument. Niks voor mij”. En je zou er niet aan beginnen. En je zou het dus ook niet leren, waardoor je bevestigd wordt in je overtuiging dat je er geen talent voor hebt. Als je zou denken “ja, ik heb er aanleg voor”, dan zou je een instrument kiezen en je zou beginnen met bespelen ervan. En wellicht zou het je in het begin makkelijk afgaan, je hebt er immers aanleg voor. Maar al vrij snel zou je tegen je grenzen oplopen. En je zou mensen zien die veel beter zijn dan jij. Je gaat fouten maken. Het muziekstuk is te moeilijk. Het klinkt naar niks. En dan raak je in de war. Wat betekent deze tegenslag? Heb je er dan toch geen talent voor? Je ziet iemand anders de mooiste melodieën produceren, terwijl het bij jou valse noten regent. Helaas, concludeer je, ik heb toch geen aanleg. Ik kan het niet. En je zou stoppen met oefenen. En niet beter worden in het bespelen van het instrument.
Wat je (onbewust) gelooft over de oorzaken van goede prestaties van mensen heeft invloed op je gevoel en op je gedrag en het resultaat dat je vervolgens bereikt.

Verbeterde breinfuncties zichtbaar

Sudoku’s en kruiswoordpuzzels zijn leuk tijdverdrijf, maar ze verbeteren onze hersenfuncties niet. Gerichte breinoefeningen zoals je die hier kunt vinden blijken wel daadwerkelijk ons brein te veranderen en verbeteren. Deze verbeteringen zijn enerzijds de rapportage van mensen dat hun algemene stemming is verbeterd, hun dagelijkse activiteiten makkelijker verlopen en hun zelfvertrouwen is toegenomen. In het brein is de verbetering ook daadwerkelijk te zien.
Nadat mensen gericht auditieve oefeningen hebben gedaan is te zien dat de neuronen sneller reageren op spraak. Hun neurale timing verbetert. EEG studies hebben de amplitude gemeten in het brein en laten zien dat de visuele perceptie verbetert door visuele oefeningen en dat de achteruitgang in selectieve aandacht wordt gestopt en omgekeerd, wat leidt tot betere cognitieve functies en betere geheugenfuncties. Een imaging studie laat zien dat de integriteit van de occipito-temporale witte materie verandert na gerichte breinoefeningen, wat geassocieerd is met betere probleemoplossing en logische redenering. fMRI data laat zien dat dat er trainingsgerelateerde activiteit te zien is in hersengebieden die geassocieerd zijn met visuele aandacht. En een studie waarin een EEG werd gebruikt liet zien dat er modificaties zijn in het brein die geassocieerd zijn met een betere geheugenfunctie.

Blijven autorijden met breintraining

Veel mensen willen graag tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen autorijden, zodat ze kunnen reizen waarheen ze willen. Je kunt de kans om veilig te blijven autorijden vergroten door oefeningen te doen die de visuele verwerkingssnelheid vergroten, het bruikbare gezichtsveld vergroten en helpen om meerdere bewegende delen tegelijkertijd in de gaten te kunnen blijven houden.
Het gebied dat je in een keer kunt opnemen, in een oogopslag heet het “bruikbare gezichtsveld”. Dat gebied is cruciaal als je veilig wilt autorijden. Het is zelfs nog belangrijker dan een algemene oogtest. Je bruikbare gezichtsveld neemt af bij het ouder worden, dus we nemen steeds minder informatie over onze omgeving in ons op. Studies laten zien dat gerichte breinoefeningen het bruikbare gezichtsveld daadwerkelijk verbeteren. Na training laten participanten de volgende resultaten zien:

  • ze maken 38% minder gevaarlijke manoeuvres
  • ze stoppen 22 feet eerder wanneer ze 55 mijl per uur rijden
  • ze voelen zich zelfverzekerder bij het rijden onder lastige omstandigheden, zoals bij slecht weer, in het donker, in onbekende omgevingen)
  • hun risico op een ongeluk door hun eigen schuld neemt af met 48%
  • ze behouden hun rijbewijs op oudere leeftijd

 

Breinoefeningen die werken

Van alle cognitieve vaardigheden is het geheugen bijzonder belangrijk voor ons. Een scherp en effectief geheugen versterkt ons zelfvertrouwen. Als we dingen vergeten voelen we ons onzeker worden. De IMPACT studie die geleid werd door wetenschappers van de Mayo Clinic en de Universiteit van Southern California is de grootste klinische studie die er is gedaan op het gebied van verbetering van het geheugen. De studie bewijst dat mensen statistisch significante verbeteringen kunnen bereiken in geheugen en verwerkingssnelheid als ze de juiste wetenschappelijk ontworpen cognitieve oefeningen doen.
Gedurende 40 uur oefenden de participanten met het Brain Fitness programma van Posit Science. De resultaten waren als volgt. Mensen die oefenden met het programma werden beter in de betreffende oefeningen. Dat is op zich niet ongebruikelijk, mensen worden gewoonlijk beter wanneer ze oefenen.
Maar waar het interessanter wordt is dat deze verbeteringen ook gegeneraliseerd of uitgebreid werden naar allerlei andere standaard geheugen tests. Deze andere standaard tests die door doktoren breed worden gebruikt om geheugenfuncties mee te toetsen, laten zien dat het geheugen van de mensen die met brainhq oefenden daadwerkelijk een beter geheugen kregen.
Mensen die de Brainhq oefeningen gebruikten rapporteerden in driekwart van de gevallen ook positieve veranderingen in hun dagelijks leven. Wat voor soort dingen? Boodschappenlijstjes onthouden zonder dat je het hoeft op te schrijven, gesprekken in rumoerige omgevingen beter kunnen volgen, onafhankelijker zijn, meer zelfvertrouwen hebben en een toegenomen gevoel van eigenwaarde in het algemeen.
Particpanten waren in staat twee keer zo snel informatie (zoals spraak) te verwerken dan voordat ze de oefeningen hadden gedaan. Gemiddeld lieten participanten die de oefeningen hadden gedaan een geheugenfunctie zien die vergelijkbaar was met mensen die 10 jaar jonger zijn.
De IMPACT studie bewijst dat cognitieve achteruitgang niet onvermijdbaar is en wel terugdraaibaar is. Volwassenen, ongeacht hun opleidingsniveau, IQ of demografische factoren, kunnen hun cognitieve vaardigheden verbeteren. Door de Brainhq oefeningen te gebruiken versterken mensen hun geheugenfunctie en hun verwerkingssnelheid van informatie. Deze verbeteringen helpen mensen om beter te presteren op het werk, betere relaties aan te gaan met andere mensen, en hun dagelijks leven efficiënter te leiden.